Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. giften:
  2. gift:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor giften (Nederlands) in het Spaans

giften:

giften [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de giften (donaties)
    la donaciones; el donativos

Vertaal Matrix voor giften:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donaciones donaties; giften aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje
donativos donaties; giften aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje

Verwante woorden van "giften":


gift:

gift [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gift (donatie; schenking)
    la donación

gift [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gift
    el donativo

Vertaal Matrix voor gift:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donación donatie; gift; schenking aardigheid; cadeau; dienst; geschenk; gunst; kado; present; presentje; schenking
donativo gift dienst; gunst

Verwante woorden van "gift":


Wiktionary: gift


Cross Translation:
FromToVia
gift dotación; dote endowment — something with which a person or thing is endowed
gift regalo; presente gift — Something given to another voluntarily, without charge
gift regalo Geschenk — Übertragung des Eigentums an einer Sache ohne Erwartung einer Gegenleistung
gift regalo Geschenk — die in Form eines Geschenkes[1] überlassene Sache (oft liebevoll verpackt)
gift regalo; obsequio; presente cadeauprésent, objet que l’on offrir à quelqu’un sans rien attendre en retour, dans l'intention de le surprendre ou de lui être agréable.
gift veneno veninpoison produit, chez certains animaux, par sécrétion, et qui, introduire dans le sang d’un autre animal ou d’un homme par une morsure ou une piqûre, amène de graves désordres et même la mort.

Verwante vertalingen van giften