Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gorgelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gorgelen (Nederlands) in het Spaans

gorgelen:

gorgelen werkwoord (gorgel, gorgelt, gorgelde, gorgelden, gegorgeld)

  1. gorgelen

Conjugations for gorgelen:

o.t.t.
  1. gorgel
  2. gorgelt
  3. gorgelt
  4. gorgelen
  5. gorgelen
  6. gorgelen
o.v.t.
  1. gorgelde
  2. gorgelde
  3. gorgelde
  4. gorgelden
  5. gorgelden
  6. gorgelden
v.t.t.
  1. heb gegorgeld
  2. hebt gegorgeld
  3. heeft gegorgeld
  4. hebben gegorgeld
  5. hebben gegorgeld
  6. hebben gegorgeld
v.v.t.
  1. had gegorgeld
  2. had gegorgeld
  3. had gegorgeld
  4. hadden gegorgeld
  5. hadden gegorgeld
  6. hadden gegorgeld
o.t.t.t.
  1. zal gorgelen
  2. zult gorgelen
  3. zal gorgelen
  4. zullen gorgelen
  5. zullen gorgelen
  6. zullen gorgelen
o.v.t.t.
  1. zou gorgelen
  2. zou gorgelen
  3. zou gorgelen
  4. zouden gorgelen
  5. zouden gorgelen
  6. zouden gorgelen
diversen
  1. gorgel!
  2. gorgelt!
  3. gegorgeld
  4. gorgelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gorgelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacer gárgaras gorgelen

Wiktionary: gorgelen


Cross Translation:
FromToVia
gorgelen hacer gárgaras gargle — clean one's mouth

Computer vertaling door derden: