Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. halfheid:
  2. half:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor halfheid (Nederlands) in het Spaans

halfheid:

halfheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de halfheid
    la indecisión; la irresolución

Vertaal Matrix voor halfheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
indecisión halfheid halfslachtigheid; twijfelmoedigheid; wankelmoedigheid
irresolución halfheid halfslachtigheid; twijfelmoedigheid; wankelmoedigheid

Verwante woorden van "halfheid":


halfheid vorm van half:

half bijvoeglijk naamwoord

  1. half
    a medias
  2. half
    medio
    • medio bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor half:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medio binnenste; heup; medium; middelste
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a medias half halfbakken; halfgaar; niet volkomen gaar
medio half doorsnee; gemiddeld; medium; meest voorkomend; middelmatig; modaal

Verwante woorden van "half":


Verwante definities voor "half":

  1. hoeveelheid die je krijgt als je iets doormidden deelt1
    • de fles is maar half vol1
  2. niet helemaal, voor een deel1
    • hij was maar half wakker1

Wiktionary: half

half
adjective
  1. de helft zijnde

Cross Translation:
FromToVia
half medio demi — Qui contenir, qui fait, qui est la moitié d’une chose diviser ou divisible en deux parties égales.