Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. hikken:
  2. hik:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hikken (Nederlands) in het Spaans

hikken:

hikken werkwoord (hik, hikt, hikte, hikten, gehikt)

  1. hikken (de hik hebben)
    hipar

Conjugations for hikken:

o.t.t.
  1. hik
  2. hikt
  3. hikt
  4. hikken
  5. hikken
  6. hikken
o.v.t.
  1. hikte
  2. hikte
  3. hikte
  4. hikten
  5. hikten
  6. hikten
v.t.t.
  1. heb gehikt
  2. hebt gehikt
  3. heeft gehikt
  4. hebben gehikt
  5. hebben gehikt
  6. hebben gehikt
v.v.t.
  1. had gehikt
  2. had gehikt
  3. had gehikt
  4. hadden gehikt
  5. hadden gehikt
  6. hadden gehikt
o.t.t.t.
  1. zal hikken
  2. zult hikken
  3. zal hikken
  4. zullen hikken
  5. zullen hikken
  6. zullen hikken
o.v.t.t.
  1. zou hikken
  2. zou hikken
  3. zou hikken
  4. zouden hikken
  5. zouden hikken
  6. zouden hikken
diversen
  1. hik!
  2. hikt!
  3. gehikt
  4. hikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hikken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hipar de hik hebben; hikken emmeren

Verwante woorden van "hikken":


Wiktionary: hikken


Cross Translation:
FromToVia
hikken hipar hiccup — to hiccup

hikken vorm van hik:

hik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hik
    el hipo
    • hipo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hipo hik gehik

Verwante woorden van "hik":


Wiktionary: hik

hik
noun
  1. een periodiek optredende, spontane, onwillekeurige samentrekking van het middenrif tijdens inademing, gevolgd door het plots sluiten van het strotklepje, wat een kenmerkend geluid veroorzaakt

Cross Translation:
FromToVia
hik hipo hiccup — spasm of the diaphragm
hik hipo hiccups — the condition of having hiccup spasms
hik hipo hoquetsecousse, choc, heurt.
hik hipo; singulto sanglot — (term, surtout au pluriel) soupir redoubler, spasme de la poitrine qui, contracter par la douleur, laisse échapper des sons entrecouper.