Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. huisbediende:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huisbediende (Nederlands) in het Spaans

huisbediende:

huisbediende [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de huisbediende (huisjongen)
    el mozo; el criado
    • mozo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • criado [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor huisbediende:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
criado huisbediende; huisjongen bediende; butler; dienaar; dienstknecht; herenknecht; huisknecht; jongmaat; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; leerknecht; maatje; pupil
mozo huisbediende; huisjongen boodschappenjongen; herdersjongen; iemand die stage loopt; jongmaatje; kelner; knechtje; koerier; loopjongen; ober; stagiair; tafelbediende

Verwante woorden van "huisbediende":

  • huisbedienden, huisbediendes