Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. huisleraar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huisleraar (Nederlands) in het Spaans

huisleraar:

huisleraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de huisleraar (repetitor; oefenmeester)
    el repetidor; el profesor particular

Vertaal Matrix voor huisleraar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
profesor particular huisleraar; oefenmeester; repetitor
repetidor huisleraar; oefenmeester; repetitor