Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. hulpeloosheid:
  2. hulpeloos:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hulpeloosheid (Nederlands) in het Spaans

hulpeloosheid:

hulpeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de hulpeloosheid
    la incapacidad; el desamparo; el desmayo; la impotencia; el inválido; la falta de medios

Vertaal Matrix voor hulpeloosheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desamparo hulpeloosheid
desmayo hulpeloosheid bedwelming; flauwte; impotentie; katzwijm; krachteloosheid; onmacht; versuffing; zwijm
falta de medios hulpeloosheid impotentie; insolventie; krachteloosheid; onmacht; onvermogen
impotencia hulpeloosheid impotentie; insolventie; krachteloosheid; onmacht; onvermogen
incapacidad hulpeloosheid immuniteit; impotentie; incompetentie; insolventie; krachteloosheid; onbekwaamheid; ongeschiktheid; onkunde; onkundigheid; onkwetsbaarheid; onmacht; onschendbaarheid; onvermogen; onwetendheid
inválido hulpeloosheid impotentie; krachteloosheid; onmacht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inválido gehandicapt; hulpvragend; hulpzoekend; invalide; onvolwaardig; steunzoekend

Verwante woorden van "hulpeloosheid":


hulpeloos:

hulpeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. hulpeloos (weerloos)
    desamparado; indefenso
  2. hulpeloos (onmachtig)
    impotente; sin potencia; sin fuerza

Vertaal Matrix voor hulpeloos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desamparado hulpeloos; weerloos
impotente hulpeloos; onmachtig impotent; machteloos; onmachtig
indefenso hulpeloos; weerloos machteloos; onmachtig
sin fuerza hulpeloos; onmachtig bleekjes; dun; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; krachteloos; krakkemikkig; machteloos; mager; onmachtig; pips; schraal; schriel; slap; slapjes; wankel; wee; ziekelijk; zwak
sin potencia hulpeloos; onmachtig krachteloos; machteloos; onmachtig

Verwante woorden van "hulpeloos":


Wiktionary: hulpeloos

hulpeloos
adjective
  1. niet in staat zichzelf te helpen

Cross Translation:
FromToVia
hulpeloos indefenso helpless — unable to defend oneself or to act without help

Computer vertaling door derden: