Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ioniseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ioniseren (Nederlands) in het Spaans

ioniseren:

ioniseren werkwoord (ioniseer, ioniseert, ioniseerde, ioniseerden, geïoniseerd)

  1. ioniseren
    ionizar

Conjugations for ioniseren:

o.t.t.
  1. ioniseer
  2. ioniseert
  3. ioniseert
  4. ioniseren
  5. ioniseren
  6. ioniseren
o.v.t.
  1. ioniseerde
  2. ioniseerde
  3. ioniseerde
  4. ioniseerden
  5. ioniseerden
  6. ioniseerden
v.t.t.
  1. heb geïoniseerd
  2. hebt geïoniseerd
  3. heeft geïoniseerd
  4. hebben geïoniseerd
  5. hebben geïoniseerd
  6. hebben geïoniseerd
v.v.t.
  1. had geïoniseerd
  2. had geïoniseerd
  3. had geïoniseerd
  4. hadden geïoniseerd
  5. hadden geïoniseerd
  6. hadden geïoniseerd
o.t.t.t.
  1. zal ioniseren
  2. zult ioniseren
  3. zal ioniseren
  4. zullen ioniseren
  5. zullen ioniseren
  6. zullen ioniseren
o.v.t.t.
  1. zou ioniseren
  2. zou ioniseren
  3. zou ioniseren
  4. zouden ioniseren
  5. zouden ioniseren
  6. zouden ioniseren
en verder
  1. ben geïoniseerd
  2. bent geïoniseerd
  3. is geïoniseerd
  4. zijn geïoniseerd
  5. zijn geïoniseerd
  6. zijn geïoniseerd
diversen
  1. ioniseer!
  2. ioniseert!
  3. geïoniseerd
  4. ioniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ioniseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ionizar ioniseren

Wiktionary: ioniseren

ioniseren
verb
  1. intr|nld in ionen gesplitst worden

Cross Translation:
FromToVia
ioniseren ionizar ionisierenPhysik: ein oder mehrere Elektronen zu einem Atom oder Molekül hinzufügen oder entfernen und damit den elektrischen Ladungszustand verändern