Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kassier:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kassier (Nederlands) in het Spaans

kassier:

kassier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kassier (penningmeester; thesaurier; schatmeester)
    el tesorero; el cajero
    • tesorero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cajero [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kassier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cajero kassier; penningmeester; schatmeester; thesaurier incasseerder; inner; kashouder; kistenmaker
tesorero kassier; penningmeester; schatmeester; thesaurier schatbewaarder

Verwante woorden van "kassier":

  • kassiers

Wiktionary: kassier

kassier
noun
  1. iemand die het beheer heeft over kas en de mutaties ervan bijhoudt