Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kokkerellen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kokkerellen (Nederlands) in het Spaans

kokkerellen:

kokkerellen werkwoord (kokkerel, kokkerelt, kokkerelde, kokkerelden, gekokkereld)

  1. kokkerellen (eten bereiden; koken)

Conjugations for kokkerellen:

o.t.t.
  1. kokkerel
  2. kokkerelt
  3. kokkerelt
  4. kokkerellen
  5. kokkerellen
  6. kokkerellen
o.v.t.
  1. kokkerelde
  2. kokkerelde
  3. kokkerelde
  4. kokkerelden
  5. kokkerelden
  6. kokkerelden
v.t.t.
  1. heb gekokkereld
  2. hebt gekokkereld
  3. heeft gekokkereld
  4. hebben gekokkereld
  5. hebben gekokkereld
  6. hebben gekokkereld
v.v.t.
  1. had gekokkereld
  2. had gekokkereld
  3. had gekokkereld
  4. hadden gekokkereld
  5. hadden gekokkereld
  6. hadden gekokkereld
o.t.t.t.
  1. zal kokkerellen
  2. zult kokkerellen
  3. zal kokkerellen
  4. zullen kokkerellen
  5. zullen kokkerellen
  6. zullen kokkerellen
o.v.t.t.
  1. zou kokkerellen
  2. zou kokkerellen
  3. zou kokkerellen
  4. zouden kokkerellen
  5. zouden kokkerellen
  6. zouden kokkerellen
diversen
  1. kokkerel!
  2. kokkerelt!
  3. gekokkereld
  4. kokkerellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kokkerellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
preparar bereiden; klaarmaken; toebereiden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacer la comida eten bereiden; koken; kokkerellen
preparar eten bereiden; koken; kokkerellen alvast neerzetten; bereiden; brouwen; gereed maken; gereedmaken; iets toebereiden; klaarmaken; klaarzetten; prepareren; toebereiden; voorbereiden; voorbereiding treffen; voorbereidingen treffen; voorbewerken; voorwerken
preparar la comida eten bereiden; koken; kokkerellen