Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal kortheid

Vertaal kortheid van Nederlands naar Spaans

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

kortheid:
- brevedad; concisión; carácter sucinto
kort:
- breve; sucinto; resumido; conciso; en resumen; recapitulado
Wiktionary:
- kort → breve, corto
- kort → breve, corto, sucinto, conciso

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kortheid (Nederlands) in het Spaans

kortheid:

kortheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de kortheid (bondigheid; beknoptheid)
la brevedad; la concisión; el carácter sucinto
- brevedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- concisión [la ~] zelfstandig naamwoord
- carácter sucinto [el ~] zelfstandig naamwoord
de kortheid
la brevedad
- brevedad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kortheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brevedad	beknoptheid; bondigheid; kortheid	kortstondigheid; vergankelijkheid; vluchtigheid
carácter sucinto	beknoptheid; bondigheid; kortheid
concisión	beknoptheid; bondigheid; kortheid	kernachtigheid

Verwante woorden van "kortheid":

kort

kortheid vorm van kort:

kort bijvoeglijk naamwoord

kort (bondig)
breve; sucinto; resumido; conciso; en resumen; recapitulado
- breve bijvoeglijk naamwoord
- sucinto bijvoeglijk naamwoord
- resumido bijvoeglijk naamwoord
- conciso bijvoeglijk naamwoord
- en resumen bijvoeglijk naamwoord
- recapitulado bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor kort:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
breve	bondig; kort	beknopt; bekort; summier
conciso	bondig; kort	beknopt; bondig; indifferent; kernachtig; koel; laconiek; lauw; minimaal; nuchter; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; raak; summier; zakelijk
en resumen	bondig; kort	beknopt; samengevat; summier
recapitulado	bondig; kort	beknopt; summier
resumido	bondig; kort	beknopt; samengevat; summier
sucinto	bondig; kort	beknopt; bondig; summier

Verwante woorden van "kort":

kortheid, korter, kortere, kortst, kortste, korte

Antoniemen van "kort":

lang; uitvoerig

Verwante definities voor "kort":

met een kleine lengte¹
- zij heeft kort haar¹
wat weinig tijd kost¹
- dat is een korte film¹

Wiktionary: kort

kort

adverb

van geringe duur
- kort → breve; corto
van geringe lengte
- kort → breve; corto

Cross Translation:

From	To	Via
• kort	→ breve; corto	↔ brief — of short duration
• kort	→ sucinto; conciso	↔ brief — concise
• kort	→ corto	↔ short — having a small distance between ends or edges
• kort	→ corto; breve	↔ kurz — wenig Zeit benötigend
• kort	→ corto; breve	↔ kurz — wenig Länge habend
• kort	→ conciso; sucinto	↔ concis — Qui exprimer quelque chose le plus clairement possible avec un nombre de mots restreint.
• kort	→ corto	↔ court — De petite longueur ou qui n’a pas la longueur moyenne des objets du même genre.

¹Muiswerk Woordenboek