Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- kwijt:
- kwijten:
-
Wiktionary:
- kwijten → cumplir, desempeñar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kwijt (Nederlands) in het Spaans
kwijt:
-
kwijt (vermist; verloren; zoek; weg)
desaparecido-
desaparecido bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor kwijt:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | weg | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
desaparecido | kwijt; verdwaald; verloren; vermist; weg; zoek | foetsie; spoorloos; verdwenen; weg |
Synoniemen voor "kwijt":
Antoniemen van "kwijt":
Verwante definities voor "kwijt":
kwijten:
Conjugations for kwijten:
o.t.t.
- kwijt
- kwijt
- kwijt
- kwijten
- kwijten
- kwijten
o.v.t.
- kweet
- kweet
- kweet
- kweten
- kweten
- kweten
v.t.t.
- heb gekweten
- hebt gekweten
- heeft gekweten
- hebben gekweten
- hebben gekweten
- hebben gekweten
v.v.t.
- had gekweten
- had gekweten
- had gekweten
- hadden gekweten
- hadden gekweten
- hadden gekweten
o.t.t.t.
- zal kwijten
- zult kwijten
- zal kwijten
- zullen kwijten
- zullen kwijten
- zullen kwijten
o.v.t.t.
- zou kwijten
- zou kwijten
- zou kwijten
- zouden kwijten
- zouden kwijten
- zouden kwijten
diversen
- kwijt!
- kwijt!
- gekweten
- kwijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kwijten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cumplir | gehoor; gevolg; gevolg geven aan | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cumplir | kwijten | bemerken; gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren; nakomen; navolgen; onderscheiden; opmerken; opvolgen; uit elkaar houden; uiteenhouden; volgen; waarmaken |
Wiktionary: kwijten
kwijten
verb
-
een belofte inlossen of aan een verplichting voldoen
- kwijten → cumplir; desempeñar