Nederlands

Uitgebreide vertaling voor langsgaan (Nederlands) in het Spaans

langsgaan:

langsgaan werkwoord (ga langs, gaat langs, ging langs, gingen langs, langsgegaan)

  1. langsgaan (op visite gaan; bezoeken; langskomen; )
    visitar; hacer una visita a; pasar; pasarse a ver a; pasar a ver; ir a ver; ir a; pasar por; frecuentar

Conjugations for langsgaan:

o.t.t.
  1. ga langs
  2. gaat langs
  3. gaat langs
  4. gaan langs
  5. gaan langs
  6. gaan langs
o.v.t.
  1. ging langs
  2. ging langs
  3. ging langs
  4. gingen langs
  5. gingen langs
  6. gingen langs
v.t.t.
  1. ben langsgegaan
  2. bent langsgegaan
  3. is langsgegaan
  4. zijn langsgegaan
  5. zijn langsgegaan
  6. zijn langsgegaan
v.v.t.
  1. was langsgegaan
  2. was langsgegaan
  3. was langsgegaan
  4. waren langsgegaan
  5. waren langsgegaan
  6. waren langsgegaan
o.t.t.t.
  1. zal langsgaan
  2. zult langsgaan
  3. zal langsgaan
  4. zullen langsgaan
  5. zullen langsgaan
  6. zullen langsgaan
o.v.t.t.
  1. zou langsgaan
  2. zou langsgaan
  3. zou langsgaan
  4. zouden langsgaan
  5. zouden langsgaan
  6. zouden langsgaan
diversen
  1. ga langs!
  2. gaat langs!
  3. langsgegaan
  4. langsgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor langsgaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frecuentar aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen frequenteren; omgaan met; verkeren
hacer una visita a aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen
ir a aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen zullen
ir a ver aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen aankomen; bekijken; bezichtigen; bezoeken; inlopen; inspecteren; langskomen; naslaan; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen
pasar aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen achteruitgaan; aflopen; afsluiten; bezwijken; dichtdoen; doodgaan; doorgeven; doorhalen; doorkomen; doorspelen; doorvertellen; erdoor komen; gebeuren; geld overmaken; geschieden; inhalen; instorten; kapotgaan; omkomen; oprijzen; overboeken; overgaan; overheen gaan; overheen trekken; overkomen; overlijden; overschrijden; overschrijven; overzenden; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; rijzen; rondbrieven; rondvertellen; sluiten; snel bewegen; sterven; tenondergaan; teruggaan; toedoen; toegaan; toemaken; vergaan; verlopen; verrotten; verstrijken; verteren; vervallen; voorbijgaan; voorbijlopen; voorbijrijden; voordoen; voorvallen; wegrotten; zinken
pasar a ver aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen
pasar por aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen aankomen; beleven; berechten; bezoeken; doorgaan voor; doorheen reizen; doorleven; doormaken; doorreizen; doorstaan; een stapje verder gaan; erdoor gaan; ervaren; gewaarworden; heten; inlopen; langskomen; moeten doorgaan voor; ondervinden; op bezoek komen; opzoeken; reizen door; verdergaan; verdragen; verduren; verteren; vervolgen; voelen; voorbijkomen; voorbijlopen
pasarse a ver a aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen
visitar aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen aankomen; aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien; bezoeken; inlopen; inspecteren; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen

Computer vertaling door derden: