Nederlands

Uitgebreide vertaling voor legio (Nederlands) in het Spaans

legio:

legio bijvoeglijk naamwoord

  1. legio (ontelbaar; talloos)
    muchísimos; innumerable; incalculable; en gran cantidad

legio [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. legio
    la cantidad de; la infinidad de; el montón de

Vertaal Matrix voor legio:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cantidad de legio
infinidad de legio
montón de legio
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en gran cantidad legio; ontelbaar; talloos en masse; groot aantal; in groten getale; massaal
incalculable legio; ontelbaar; talloos chagrijnig; gemelijk; humeurig; immens; knorrig; niet duidelijk; niet helder; nukkig; nurks; onbepaald; onbetaalbaar; onduidelijk; onhelder; onklaar; onmeetbaar; onmetelijk; onoverzienbaar; onschatbaar; ontzaglijk; sikkeneurig; slecht gehumeurd; troebel; vaag
innumerable legio; ontelbaar; talloos
muchísimos legio; ontelbaar; talloos

Verwante woorden van "legio":