Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. lepeltje:
  2. lepel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lepeltje (Nederlands) in het Spaans

lepeltje:

lepeltje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lepeltje (theelepel; theelepeltje)
    la cucharilla; la cucharadita

Vertaal Matrix voor lepeltje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cucharadita lepeltje; theelepel; theelepeltje
cucharilla lepeltje; theelepel; theelepeltje

Verwante woorden van "lepeltje":


lepeltje vorm van lepel:

lepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lepel (eetlepel)
    la cuchara; el cucharón

Vertaal Matrix voor lepel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuchara eetlepel; lepel; opscheplepel scheplepel; soeplepel
cucharón eetlepel; lepel; opscheplepel grijper; grote lepel; pollepel; scheplepel; soeplepel

Verwante woorden van "lepel":


Verwante definities voor "lepel":

  1. eetgerei waarmee je soep eet1
    • vorken, lepels en messen vormen het bestek1

Wiktionary: lepel


Cross Translation:
FromToVia
lepel cuchara LöffelBesteck zum Schöpfen und Rühren von Flüssigkeiten, insbesondere von Breien, Getränken, Mus, Suppen und Soßen
lepel cuchara spoon — scooped utensil for eating (or serving)
lepel cucharada spoonful — amount a spoon will hold