Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. levenslust:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor levenslust (Nederlands) in het Spaans

levenslust:

levenslust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de levenslust (levensvreugde; levensgenot)
    la alegría de vivir; la alegría; el hedonismo; el goce de la vida; la ganas de vivir

Vertaal Matrix voor levenslust:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alegría levensgenot; levenslust; levensvreugde amusement; blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; frivoliteit; gein; genoegen; genot; hupsheid; joligheid; jolijt; jool; keet; leut; lichtzinnigheid; lol; lust; lustigheid; ondiepte; opgewektheid; oppervlakkigheid; plezier; pret; pretmakerij; uitgelatenheid; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vreugde; vrolijkheid
alegría de vivir levensgenot; levenslust; levensvreugde
ganas de vivir levensgenot; levenslust; levensvreugde
goce de la vida levensgenot; levenslust; levensvreugde
hedonismo levensgenot; levenslust; levensvreugde genotzucht; hedonisme
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
alegría blijdschap

Wiktionary: levenslust

levenslust
noun
  1. zin in het leven

Cross Translation:
FromToVia
levenslust iniciativa; entusiasmo gumption — energy of mind and body

Computer vertaling door derden: