Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. luiaard:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor luiaard (Nederlands) in het Spaans

luiaard:

luiaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de luiaard (luiwammes; luilak)
    la gandula; el perezoso; el remolón; el gandul; la perezosa; el vago; la holgazana; el holgazán
    • gandula [la ~] zelfstandig naamwoord
    • perezoso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • remolón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gandul [el ~] zelfstandig naamwoord
    • perezosa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vago [el ~] zelfstandig naamwoord
    • holgazana [la ~] zelfstandig naamwoord
    • holgazán [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor luiaard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gandul luiaard; luilak; luiwammes klooier
gandula luiaard; luilak; luiwammes
holgazana luiaard; luilak; luiwammes
holgazán luiaard; luilak; luiwammes draler; flierefluiter; klooier; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
perezosa luiaard; luilak; luiwammes flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
perezoso luiaard; luilak; luiwammes flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
remolón luiaard; luilak; luiwammes draler; druil; hannes; keutelaar; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
vago luiaard; luilak; luiwammes arbeidsschuw; flierefluiter; klooier; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gandul lui; traag; werkschuw
perezoso dwaas; eigenaardig; futloos; gek; gemakzuchtig; lamlendig; lijzig; log; loom; lui; lusteloos; maf; mal; mat; slap; traag; typisch; vreemd; werkschuw
remolón aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
vago beneveld; bleek; dreigend; duister; eng; flauw; flets; heiig; huiveringwekkend; louche; luguber; lui; mistig; nevelachtig; nevelig; niet doorzichtig; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; niets doend; onbepaald; onbestemd; onbetrouwbaar; ondoorzichtig; onduidelijk; ongewis; onguur; onheilspellend; onhelder; onklaar; onoverzichtelijk; onvast; schemerig; schimmig; sinister; troebel; vaag; vagelijk; verdacht; verschoten; wazig; wollig

Verwante woorden van "luiaard":

  • luiaards

Wiktionary: luiaard


Cross Translation:
FromToVia
luiaard holgazán layabout — lazy person
luiaard vago slob — lazy, slovenly person
luiaard perezoso; pereza sloth — mammal
luiaard perezoso; perezosaí FaultierBiologie: Faultiere bilden eine Unterordnung der Ordnung der zahnarmen Säugetiere.