Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. maas:
  2. mazen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor maas (Nederlands) in het Spaans

maas:

maas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de maas
    la malla
    • malla [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
malla maas hamer voor kolfspel; malie

Verwante woorden van "maas":


Wiktionary: maas


Cross Translation:
FromToVia
maas malla mesh — opening
maas malla; nudo corredizo maille — cout|fr Chaque boucle que forme le fil, la soie, la laine, etc., dans des tissus plus ou moins lâches, comme les tricots.

mazen:

mazen werkwoord (maas, maast, maasde, maasden, gemaasd)

  1. mazen
    zurcir

Conjugations for mazen:

o.t.t.
  1. maas
  2. maast
  3. maast
  4. mazen
  5. mazen
  6. mazen
o.v.t.
  1. maasde
  2. maasde
  3. maasde
  4. maasden
  5. maasden
  6. maasden
v.t.t.
  1. heb gemaasd
  2. hebt gemaasd
  3. heeft gemaasd
  4. hebben gemaasd
  5. hebben gemaasd
  6. hebben gemaasd
v.v.t.
  1. had gemaasd
  2. had gemaasd
  3. had gemaasd
  4. hadden gemaasd
  5. hadden gemaasd
  6. hadden gemaasd
o.t.t.t.
  1. zal mazen
  2. zult mazen
  3. zal mazen
  4. zullen mazen
  5. zullen mazen
  6. zullen mazen
o.v.t.t.
  1. zou mazen
  2. zou mazen
  3. zou mazen
  4. zouden mazen
  5. zouden mazen
  6. zouden mazen
diversen
  1. maas!
  2. maast!
  3. gemaasd
  4. mazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor mazen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zurcir mazen gaten dichten; halt houden; stoppen

Verwante woorden van "mazen":