Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. melaatsheid:
  2. melaats:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor melaatsheid (Nederlands) in het Spaans

melaatsheid:

melaatsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de melaatsheid (lepra; leproosheid)
    la lepra; la jeta; la gafedad
    • lepra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • jeta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gafedad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor melaatsheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gafedad lepra; leproosheid; melaatsheid
jeta lepra; leproosheid; melaatsheid bakkes; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie
lepra lepra; leproosheid; melaatsheid lazerij

Verwante woorden van "melaatsheid":


Wiktionary: melaatsheid


Cross Translation:
FromToVia
melaatsheid lepra leprosy — infectious disease caused by infection by Mycobacterium leprae
melaatsheid lepra lèpre — méde|nocat=1 Une maladie infectieuse contagieuse chronique due à Mycobacterium leprae le bacille de Hansen (une bactérie proche de l'agent responsable de la tuberculose) touchant les nerfs périphériques, la peau et les muqueuses, rongeant les tissus, et provoquant des [[infi

melaatsheid vorm van melaats:

melaats bijvoeglijk naamwoord

  1. melaats (lepreus)
    leproso

Vertaal Matrix voor melaats:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leproso lepralijder; melaatse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leproso lepreus; melaats

Verwante woorden van "melaats":