Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nopen (Nederlands) in het Spaans
nopen:
-
nopen (door iets genoodzaakt worden; noodzaken)
coaccionar-
coaccionar werkwoord
-
Conjugations for nopen:
o.t.t.
- noop
- noopt
- noopt
- nopen
- nopen
- nopen
o.v.t.
- noopte
- noopte
- noopte
- noopten
- noopten
- noopten
v.t.t.
- ben genoopt
- bent genoopt
- is genoopt
- zijn genoopt
- zijn genoopt
- zijn genoopt
v.v.t.
- was genoopt
- was genoopt
- was genoopt
- waren genoopt
- waren genoopt
- waren genoopt
o.t.t.t.
- zal nopen
- zult nopen
- zal nopen
- zullen nopen
- zullen nopen
- zullen nopen
o.v.t.t.
- zou nopen
- zou nopen
- zou nopen
- zouden nopen
- zouden nopen
- zouden nopen
diversen
- noop!
- noopt!
- genoopt
- nopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor nopen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
coaccionar | door iets genoodzaakt worden; noodzaken; nopen | noodzaken tot |
Verwante woorden van "nopen":
nopen vorm van nop:
Vertaal Matrix voor nop:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mancha | moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje | blaam; buurtschap; gat; gehucht; harde slag; klap; kledder; klodder; klont; klonter; kwak; lik; schar; smet; spat; spatter; vlek; zwabber |
nada | niets | |
salpicadura | moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje | gespat; spat; spatter |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nada | nop; noppes | niets; niks |