Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. omkaderen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omkaderen (Nederlands) in het Spaans

omkaderen:

omkaderen werkwoord (omkader, omkadert, omkaderde, omkaderden, omkaderd)

  1. omkaderen
    enmarcar

Conjugations for omkaderen:

o.t.t.
  1. omkader
  2. omkadert
  3. omkadert
  4. omkaderen
  5. omkaderen
  6. omkaderen
o.v.t.
  1. omkaderde
  2. omkaderde
  3. omkaderde
  4. omkaderden
  5. omkaderden
  6. omkaderden
v.t.t.
  1. ben omkaderd
  2. bent omkaderd
  3. is omkaderd
  4. zijn omkaderd
  5. zijn omkaderd
  6. zijn omkaderd
v.v.t.
  1. was omkaderd
  2. was omkaderd
  3. was omkaderd
  4. waren omkaderd
  5. waren omkaderd
  6. waren omkaderd
o.t.t.t.
  1. zal omkaderen
  2. zult omkaderen
  3. zal omkaderen
  4. zullen omkaderen
  5. zullen omkaderen
  6. zullen omkaderen
o.v.t.t.
  1. zou omkaderen
  2. zou omkaderen
  3. zou omkaderen
  4. zouden omkaderen
  5. zouden omkaderen
  6. zouden omkaderen
diversen
  1. omkader!
  2. omkadert!
  3. omkaderd
  4. omkaderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omkaderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enmarcar omkaderen inlijsten; omlijsten