Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onkwetsbaarheid:
  2. onkwetsbaar:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onkwetsbaarheid (Nederlands) in het Spaans

onkwetsbaarheid:

onkwetsbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onkwetsbaarheid (onschendbaarheid; immuniteit)
    la inmunidad; la invulnerabilidad; la incapacidad

Vertaal Matrix voor onkwetsbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incapacidad immuniteit; onkwetsbaarheid; onschendbaarheid hulpeloosheid; impotentie; incompetentie; insolventie; krachteloosheid; onbekwaamheid; ongeschiktheid; onkunde; onkundigheid; onmacht; onvermogen; onwetendheid
inmunidad immuniteit; onkwetsbaarheid; onschendbaarheid immunisatie; immuniteit; immuunmaking; onvatbaarheid; onvatbaarheid voor ziekte
invulnerabilidad immuniteit; onkwetsbaarheid; onschendbaarheid

Verwante woorden van "onkwetsbaarheid":


onkwetsbaar:

onkwetsbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onkwetsbaar
    invulnerable

Vertaal Matrix voor onkwetsbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invulnerable onkwetsbaar

Verwante woorden van "onkwetsbaar":


Wiktionary: onkwetsbaar


Cross Translation:
FromToVia
onkwetsbaar invulnerable invulnerable — incapable of being wounded