Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onvolwaardig (Nederlands) in het Spaans
onvolwaardig:
-
onvolwaardig
persona incapacitada; sencillo; deficiente; desgraciado; minusválido; insuficiente; desdichado; incapacitado; minusvalido; pueril; desprovisto; incompleto; insignificante; inválido; desheredado; simplón; no finalizado; simplote-
persona incapacitada bijvoeglijk naamwoord
-
sencillo bijvoeglijk naamwoord
-
deficiente bijvoeglijk naamwoord
-
desgraciado bijvoeglijk naamwoord
-
minusválido bijvoeglijk naamwoord
-
insuficiente bijvoeglijk naamwoord
-
desdichado bijvoeglijk naamwoord
-
incapacitado bijvoeglijk naamwoord
-
minusvalido bijvoeglijk naamwoord
-
pueril bijvoeglijk naamwoord
-
desprovisto bijvoeglijk naamwoord
-
incompleto bijvoeglijk naamwoord
-
insignificante bijvoeglijk naamwoord
-
inválido bijvoeglijk naamwoord
-
desheredado bijvoeglijk naamwoord
-
simplón bijvoeglijk naamwoord
-
no finalizado bijvoeglijk naamwoord
-
simplote bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor onvolwaardig:
Verwante woorden van "onvolwaardig":
Computer vertaling door derden: