Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rebelleren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rebelleren (Nederlands) in het Spaans

rebelleren:

rebelleren werkwoord (rebelleer, rebelleert, rebelleerde, rebelleerden, gerebelleerd)

  1. rebelleren (in opstand komen)
    sublevarse; rebelarse

Conjugations for rebelleren:

o.t.t.
  1. rebelleer
  2. rebelleert
  3. rebelleert
  4. rebelleren
  5. rebelleren
  6. rebelleren
o.v.t.
  1. rebelleerde
  2. rebelleerde
  3. rebelleerde
  4. rebelleerden
  5. rebelleerden
  6. rebelleerden
v.t.t.
  1. heb gerebelleerd
  2. hebt gerebelleerd
  3. heeft gerebelleerd
  4. hebben gerebelleerd
  5. hebben gerebelleerd
  6. hebben gerebelleerd
v.v.t.
  1. had gerebelleerd
  2. had gerebelleerd
  3. had gerebelleerd
  4. hadden gerebelleerd
  5. hadden gerebelleerd
  6. hadden gerebelleerd
o.t.t.t.
  1. zal rebelleren
  2. zult rebelleren
  3. zal rebelleren
  4. zullen rebelleren
  5. zullen rebelleren
  6. zullen rebelleren
o.v.t.t.
  1. zou rebelleren
  2. zou rebelleren
  3. zou rebelleren
  4. zouden rebelleren
  5. zouden rebelleren
  6. zouden rebelleren
diversen
  1. rebelleer!
  2. rebelleert!
  3. gerebelleerd
  4. rebellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rebelleren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rebelarse in opstand komen; rebelleren oproer kraaien
sublevarse in opstand komen; rebelleren

Wiktionary: rebelleren


Cross Translation:
FromToVia
rebelleren rebelarse rebel — to resist or become defiant towards
rebelleren alzarse en protesta revolt — to rebel