Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rem:
  2. remmen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rem (Nederlands) in het Spaans

rem:

rem [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rem
    el freno; el bloque
    • freno [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bloque [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rem:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloque rem blok; carré; complex; huizenblok; speelgoedblok
freno rem remming; vang

Verwante woorden van "rem":


Verwante definities voor "rem":

  1. onderdeel om voertuig langzamer te laten lopen1
    • je moet op de rem trappen als je de bocht om gaat1

Wiktionary: rem

rem
noun
  1. een mechanisme dat iets vertraagt of tot stilstand brengt

Cross Translation:
FromToVia
rem freno brake — device used to slow or stop a vehicle
rem freno BremseTechnik, Mechanik: Vorrichtung, die dazu dient, eine Bewegung zu verlangsamen oder anzuhalten

remmen:

remmen werkwoord (rem, remt, remde, remden, geremd)

  1. remmen (afremmen; stoppen)
    frenar
  2. remmen (stopzetten; ophouden; tegenhouden; halt houden; tot staan brengen)
    parar; detener; cesar; poner freno a; pararse
  3. remmen (afremmen)
    refrenar

Conjugations for remmen:

o.t.t.
  1. rem
  2. remt
  3. remt
  4. remmen
  5. remmen
  6. remmen
o.v.t.
  1. remde
  2. remde
  3. remde
  4. remden
  5. remden
  6. remden
v.t.t.
  1. heb geremd
  2. hebt geremd
  3. heeft geremd
  4. hebben geremd
  5. hebben geremd
  6. hebben geremd
v.v.t.
  1. had geremd
  2. had geremd
  3. had geremd
  4. hadden geremd
  5. hadden geremd
  6. hadden geremd
o.t.t.t.
  1. zal remmen
  2. zult remmen
  3. zal remmen
  4. zullen remmen
  5. zullen remmen
  6. zullen remmen
o.v.t.t.
  1. zou remmen
  2. zou remmen
  3. zou remmen
  4. zouden remmen
  5. zouden remmen
  6. zouden remmen
en verder
  1. ben geremd
  2. bent geremd
  3. is geremd
  4. zijn geremd
  5. zijn geremd
  6. zijn geremd
diversen
  1. rem!
  2. remt!
  3. geremd
  4. remmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor remmen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
detener arresteren; grijpen
parar verblijven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cesar halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen aftreden; heengaan; hooghouden; in de hoogte houden; omhooghouden; ophouden; terugtrekken; uittreden; verlaten; vertrekken
detener halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen aanhouden; afhouden; arresteren; beletten; betrappen; detineren; ervanaf houden; gevangen zetten; gevangenhouden; gevangennemen; hooghouden; in de cel zetten; in de hoogte houden; in hechtenis houden; inrekenen; interneren; isoleren; omhooghouden; ophouden; oppakken; opsluiten; parkeerstand inschakelen; snappen; stoppen; vasthouden; vastzetten; weerhouden
frenar afremmen; remmen; stoppen
parar halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen afhaken; afkijken; afsluiten; afvallen; afwenden; afwentelen; afweren; afzeggen; afzetten; afzien van; beëindigen; doen stoppen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; ergens zijn; ermee uitscheiden; eruitstappen; opgeven; ophouden; pareren; spieken; staken; stilzetten; stoppen; tegenwerken; tot stilstand brengen; uitscheiden; weghouden; weren; zich ophouden
pararse halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen blijven staan; halt houden; halthouden; inhouden; stil staan; stilhouden; stilstaan; stoppen; tot stilstand komen
poner freno a halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen een halt toeroepen
refrenar afremmen; remmen bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; in bedwang houden; intomen; matigen

Verwante woorden van "remmen":


Verwante definities voor "remmen":

  1. het ding laten stoppen1
    • je moet remmen voor je de bocht om gaat1

Wiktionary: remmen

remmen
verb
  1. snelheid doen verminderen

Cross Translation:
FromToVia
remmen freno brake — device used to slow or stop a vehicle
remmen inhibir inhibit — to hinder; to restrain
remmen frenar; enfrenar freinerretenir, ralentir, arrêter à l’aide d’un frein.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van rem