Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rits:
  2. rit:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rits (Nederlands) in het Spaans

rits:

rits [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rits (ritssluiting; sluiting)
    el cierre de cremallera; el cierre

Vertaal Matrix voor rits:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cierre rits; ritssluiting; sluiting afschaffing; afsluiting; beëindigen; citadel; deurknip; dichtmaken; fietsslot; grendel; het afsluiten; kasteel; knip; knipslot; knipsluiting; opheffen; opheffing; ridderkasteel; ridderslot; schuif; slot; sluiting; sluitinrichting voor deur of raam
cierre de cremallera rits; ritssluiting; sluiting

Verwante woorden van "rits":


Wiktionary: rits


Cross Translation:
FromToVia
rits cierre; cremallera; zíper; bragueta zip fastener — a fastener used in clothing, bags
rits desgarrón; granja accroc — Déchirure faite dans un tissu par quelque chose de pointu ou qui accrocher.

rit:

rit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rit (reis; expeditie; trektocht; )
    el viaje; el pasaje; la excursión
    • viaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pasaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • excursión [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de rit (uitstapje; reis; excursie; )
    la excursión; el paseo; el recorrido
  3. de rit (rondrit; trip; rondreis; )
    el paseo
    • paseo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excursión dagreis; excursie; expeditie; gang; mars; reis; rit; tocht; toer; tournee; trektocht; uitstapje dagtocht; excursie; ronde; tochtje; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje
pasaje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht corridor; doorgang; doorloop; gang; gangpad; overtocht; overvaart; pasje; passage; passus; zeereis
paseo dagreis; excursie; gang; reis; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trip; uitstapje allee; avenue; boulevard; dreef; kuier; kuiergang; laan; loopje; omloop; ommetje; promenade; rijtochtje; rijtoer; ronde; rondwandeling; slentergang; slentergangetje; tochtje; tournee; uitje; voetreis; voettocht; wandeling; wandeltocht
recorrido dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje baan; parcours; rondtocht
viaje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht dagtocht; excursie; reis; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recorrido afgereisd; bereisd

Verwante woorden van "rit":

  • ritten, riten, rits, ritje, ritjes