Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rouw (Nederlands) in het Spaans

rouw:

rouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rouw (kwel; droefenis; ongeluk; )
    la aflicción; la pena; el pesar; la tristeza; la melancolía

Vertaal Matrix voor rouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aflicción droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; bitterheid; chagrijn; droefheid; ellende; ergernis; gedeprimeerdheid; kommer; kwel; leed; misère; neerslachtigheid; pijn; radeloosheid; ramp; rampspoed; smart; somberheid; verdriet; vertwijfeling; wanhoop; wrangheid; zwaarmoedigheid
melancolía droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; droefgeestigheid; droefheid; melancholie; radeloosheid; somberheid; treurnis; triestheid; vertwijfeling; wanhoop; weemoed
pena droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; chagrijn; deernis; droefenis; droefheid; ergernis; hulpbehoevendheid; leed; moeilijkheid; narigheid; nood; penarie; pijn; probleem; radeloosheid; smart; strafmiddel; strafmiddelen; treurigheid; treurnis; verdriet; vertwijfeling; wanhoop
pesar droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart chagrijn; ergernis; leed; pijn; smart; verdriet
tristeza droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; chagrijn; droefenis; droefgeestigheid; droefheid; ergernis; leed; melancholie; pijn; radeloosheid; smart; smarten; somberheid; treurigheid; treurnis; triestheid; verdriet; vertwijfeling; wanhoop; zieligheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pesar afwegen; uitwegen; wegen

Verwante woorden van "rouw":


Wiktionary: rouw

rouw
noun
  1. grote smart of droefenis na een verlies

Cross Translation:
FromToVia
rouw tristeza; aflicción; infelicidad; pesar; dolor sorrow — unhappiness
rouw luto; duelo deuilaffliction, douleur qu’on éprouver lors du décès de quelqu’un.

rouw vorm van rouwen:

rouwen werkwoord (rouw, rouwt, rouwde, rouwden, gerouwd)

  1. rouwen (in de rouw zijn; bewenen)

Conjugations for rouwen:

o.t.t.
  1. rouw
  2. rouwt
  3. rouwt
  4. rouwen
  5. rouwen
  6. rouwen
o.v.t.
  1. rouwde
  2. rouwde
  3. rouwde
  4. rouwden
  5. rouwden
  6. rouwden
v.t.t.
  1. heb gerouwd
  2. hebt gerouwd
  3. heeft gerouwd
  4. hebben gerouwd
  5. hebben gerouwd
  6. hebben gerouwd
v.v.t.
  1. had gerouwd
  2. had gerouwd
  3. had gerouwd
  4. hadden gerouwd
  5. hadden gerouwd
  6. hadden gerouwd
o.t.t.t.
  1. zal rouwen
  2. zult rouwen
  3. zal rouwen
  4. zullen rouwen
  5. zullen rouwen
  6. zullen rouwen
o.v.t.t.
  1. zou rouwen
  2. zou rouwen
  3. zou rouwen
  4. zouden rouwen
  5. zouden rouwen
  6. zouden rouwen
diversen
  1. rouw!
  2. rouwt!
  3. gerouwd
  4. rouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rouwen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estar de duelo bewenen; in de rouw zijn; rouwen
estar de luto bewenen; in de rouw zijn; rouwen rouw dragen
guardar luto bewenen; in de rouw zijn; rouwen

Verwante woorden van "rouwen":


Wiktionary: rouwen

rouwen
verb
  1. de emotionele nasleep van het overlijden van een geliefd persoon

Cross Translation:
FromToVia
rouwen lamentar mourn — express sadness for, grieve over
rouwen estar de duelo; guardar luto trauern — sich wegen eines Verlustes in gedrückter Stimmung, Verfassung befinden

Verwante vertalingen van rouw