Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal schachten

Vertaal schachten van Nederlands naar Spaans

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

schachten:
- vara; lanzas de tiro; cajas; enganche; pozos mineros
schacht:
- caja; hueco; foso; tronco; tribu
Wiktionary:
- schacht → foso, pozo, iniciado, iniciada, novato, asta, astil, hueco, vara, barra, palo, bastón, perca

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schachten (Nederlands) in het Spaans

schachten:

schachten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de schachten (stelen; pijlen)
la vara; la lanzas de tiro; la cajas; el enganche
- vara [la ~] zelfstandig naamwoord
- lanzas de tiro [la ~] zelfstandig naamwoord
- cajas [la ~] zelfstandig naamwoord
- enganche [el ~] zelfstandig naamwoord
de schachten (mijnschachten; mijngroeven; mijnputten)
el pozos mineros
- pozos mineros [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schachten:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cajas	pijlen; schachten; stelen	blikken; brandkasten; containers; kluizen; laadbakken; oogopslagen; safes
enganche	pijlen; schachten; stelen	aanhaken; dissel; haken; inpalming
lanzas de tiro	pijlen; schachten; stelen
pozos mineros	mijngroeven; mijnputten; mijnschachten; schachten
vara	pijlen; schachten; stelen	dissel; disselboom; staak; vioolstok; vioolstrijkstok

Verwante woorden van "schachten":

schacht

schacht:

schacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de schacht
la caja; el hueco; el foso; el tronco; la tribu
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
- hueco [el ~] zelfstandig naamwoord
- foso [el ~] zelfstandig naamwoord
- tronco [el ~] zelfstandig naamwoord
- tribu [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schacht:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
caja	schacht	box; buitenkant; doodskist; doos; geldlade; huls; kas; kasregister; kassa; kist; krat; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; trom; trommel; verpakking
foso	schacht	kuil; phylum; slotgracht; stam; uitholling; veste; vesting; vestingsgracht
hueco	schacht	bak; bowl; buurtschap; gaping; gat; gebrek; gehucht; hiaat; holte; laagte; lek; lekken; manco; muurnis; niche; nis; uitholling; zwakheid
tribu	schacht	phylum; stam; volksstam
tronco	schacht	boomstam; phylum; stam
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
caja		doos
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hueco		hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend

Verwante woorden van "schacht":

schachten

Wiktionary: schacht

Cross Translation:

From	To	Via
• schacht	→ foso; pozo	↔ Schacht — Bauwerk: hohler, meist senkrechter Raum
• schacht	→ iniciado; iniciada	↔ pledge — person who has taken a pledge of allegiance to a fraternity
• schacht	→ novato	↔ rookie — an inexperienced recruit
• schacht	→ asta; astil	↔ shaft — long narrow body of spear or arrow
• schacht	→ pozo	↔ shaft — long narrow passage sunk into the earth
• schacht	→ hueco; pozo	↔ shaft — vertical passage housing a lift
• schacht	→ vara; barra	↔ barreau — barre de bois ou de fer qui sert de clôture.
• schacht	→ palo; vara; barra; bastón	↔ bâton — Morceau de bois assez long
• schacht	→ vara; barra	↔ gaule — Grande perche.
• schacht	→ vara; barra; perca	↔ perche — long pièce de bois.