Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schuif (Nederlands) in het Spaans

schuif:

schuif [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schuif (verschuifbare sluiting; grendel; tong; schoot)
    el cerrojo
    • cerrojo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de schuif (sluitinrichting voor deur of raam; grendel; knip)
    el corte; el cerrojo; el pestillo; la tapa corrediza; el cierre; el pasador; el papirotazo

Vertaal Matrix voor schuif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cerrojo grendel; knip; schoot; schuif; sluitinrichting voor deur of raam; tong; verschuifbare sluiting draaggrendel; tapbout
cierre grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam afschaffing; afsluiting; beëindigen; citadel; deurknip; dichtmaken; fietsslot; het afsluiten; kasteel; knip; knipslot; knipsluiting; opheffen; opheffing; ridderkasteel; ridderslot; rits; ritssluiting; slot; sluiting
corte grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam binnenplaats; boterham; coiffure; coupe; coupure; cour; doorsnee; gesnij; gevolg; haarsnit; hof; hofhouding; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; knipje; ondereinde; onderkant; ontering; pasvorm; plak brood; salarisvermindering; snede; snee; sneetje; snijvlak; snijwond; snit; uitsnede; uitsnijding; verlaging; vierhoek
papirotazo grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam
pasador grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam borgmoer; ordeteken; spie
pestillo grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam beurs; deurklink; deurknip; draaggrendel; hendel; klink; knip; kruk; portefeuille; portemonnaie; portemonnee
tapa corrediza grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam

Verwante woorden van "schuif":


Wiktionary: schuif


Cross Translation:
FromToVia
schuif gaveta; cajón drawer — open-topped box in a cabinet used for storing
schuif válvula; hoja; batiente; pistón abattantchâssis de fenêtre ou volet basculant sur un axe horizontal.
schuif cursor glissière — arts|fr rainure pratiquer dans un mécanisme pour le glissement d’une de ses pièces.

schuif vorm van schuiven:

schuiven werkwoord (schuif, schuift, schoof, schoven, geschoven)

  1. schuiven (voortschuiven)
  2. schuiven
    desplazar

Conjugations for schuiven:

o.t.t.
  1. schuif
  2. schuift
  3. schuift
  4. schuiven
  5. schuiven
  6. schuiven
o.v.t.
  1. schoof
  2. schoof
  3. schoof
  4. schoven
  5. schoven
  6. schoven
v.t.t.
  1. heb geschoven
  2. hebt geschoven
  3. heeft geschoven
  4. hebben geschoven
  5. hebben geschoven
  6. hebben geschoven
v.v.t.
  1. had geschoven
  2. had geschoven
  3. had geschoven
  4. hadden geschoven
  5. hadden geschoven
  6. hadden geschoven
o.t.t.t.
  1. zal schuiven
  2. zult schuiven
  3. zal schuiven
  4. zullen schuiven
  5. zullen schuiven
  6. zullen schuiven
o.v.t.t.
  1. zou schuiven
  2. zou schuiven
  3. zou schuiven
  4. zouden schuiven
  5. zouden schuiven
  6. zouden schuiven
en verder
  1. ben geschoven
  2. bent geschoven
  3. is geschoven
  4. zijn geschoven
  5. zijn geschoven
  6. zijn geschoven
diversen
  1. schuif!
  2. schuift!
  3. geschoven
  4. schuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schuiven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desplazar schuiven demonteren; disloqueren; een spier verrekken; iets verplaatsen; ontmantelen; onttakelen; roeren; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verleggen; verplaatsen; verrijden; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten; voortbewegen
empujar hacia delante schuiven; voortschuiven duwen; voortduwen

Verwante woorden van "schuiven":


Verwante definities voor "schuiven":

  1. dicht langs een oppervlak bewegen1
    • schuif eens opzij1
  2. verplaatsen door te duwen1
    • ik schoof de stoel bij het raam1

Wiktionary: schuiven


Cross Translation:
FromToVia
schuiven deslizar slide — to cause to move in contact with a surface
schuiven rellenar; mechar fourrerintroduire, faire entrer, placer en quelque endroit, mettre parmi d’autres choses.
schuiven patinar; resbalar; deslizarse glisser — Se mettre en mouvement, comme couler sur une surface lisse ou le long d’un autre corps.