Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. sluik:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluik (Nederlands) in het Spaans

sluik:

sluik bijvoeglijk naamwoord

  1. sluik (glad neerliggend)
    lacio; liso
    • lacio bijvoeglijk naamwoord
    • liso bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor sluik:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lacio glad neerliggend; sluik bleekjes; krukkig; laks; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; wee; ziekelijk; zwak
liso glad neerliggend; sluik bedaard; gelijkmoedig; kaal; kalm; kalmpjes; onbehaard; onbewogen; onderkoeld; rimpelloos; rustig; scherp; sereen; vlijmend; vlijmscherp; zonder haar

Verwante woorden van "sluik":

  • sluike

Wiktionary: sluik


Cross Translation:
FromToVia
sluik liso; lisa lisse — Sans aspérité ni rayure.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van sluik