Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. speaker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor speaker (Nederlands) in het Spaans

speaker:

speaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de speaker
    el altavoz; el hablante; el speaker
    • altavoz [el ~] zelfstandig naamwoord
    • hablante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • speaker [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor speaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
altavoz speaker luidspreker
hablante speaker
speaker speaker

Verwante woorden van "speaker":

  • speakers