Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. spiegel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spiegel (Nederlands) in het Spaans

spiegel:

spiegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spiegel
    el espejo
    • espejo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spiegel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espejo spiegel lampenglas

Verwante woorden van "spiegel":

  • spiegelen, spiegels, spiegeltje, spiegeltjes

Verwante definities voor "spiegel":

  1. plat glas met zilverkleurige laag dat het beeld weerkaatst1
    • ik zag in de spiegel dat mijn haar niet goed zat1

Wiktionary: spiegel


Cross Translation:
FromToVia
spiegel espejo mirror — smooth reflecting surface
spiegel espejo miroir — Glace de verre ou de cristal étamée, ou métal poli