Nederlands

Uitgebreide vertaling voor staatje (Nederlands) in het Spaans

staatje:

staatje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het staatje (lijst van gegevens; staat; overzicht; )
    la especificación; la lista; el inventario; el catálogo

Vertaal Matrix voor staatje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
catálogo lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje catalogus; lijst; tabel; tafel
especificación lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje bekend feit; descriptie; gegeven; nadere beschrijving; omschrijving; signalement; specificatie; uitbeelding
inventario lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje boedel; boedelbeschrijving; het overzien; huisraad; inboedel; inventaris; inventarisatie; overzicht; voorraad
lista lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje lijst; opnoeming; opsomming; staat; tabel; tafel

Verwante woorden van "staatje":


staat:

staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de staat (natie; land; rijk)
    el Estado; la nación; el estado; la administración; la autoridades
  2. de staat (gesteldheid; toestand; positie)
    la situación; el estado; la condición en que se halla alguien o algo; el humor; el estado de ánimo
  3. de staat (toestand; conditie)
    el estado; la condición; la situación
  4. de staat (lijst van gegevens; overzicht; lijst; )
    la especificación; la lista; el inventario; el catálogo
  5. de staat (opsomming; opnoeming; lijst)
    la lista; la enumeración
  6. de staat
    el Estado
    • Estado [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor staat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Estado land; natie; rijk; staat
administración land; natie; rijk; staat administratie; autoriteiten; beheer; bescherming; bestuur; bewaking; bureau; controle; directie; gezag; gouvernement; hoede; intendance; kabinet; leiding; lessenaar; openbaar gezag; overheid; regering; rentmeesterschap; rijksbestuur; schrijfbureau; schrijftafel; toediening; toezicht; zeggenschap; zorg
autoridades land; natie; rijk; staat autoriteiten; gezaghebbenden; gezaghebbers; hogerhand; openbaar gezag; overheid; rijksbestuur
catálogo lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje catalogus; lijst; tabel; tafel
condición conditie; staat; toestand beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; geestesgesteldheid; geestestoestand; kriterium; premisse; psychische toestand; restrictie; toestand; vereiste; voorbehoud; voorwaarde; vorm
condición en que se halla alguien o algo gesteldheid; positie; staat; toestand
enumeración lijst; opnoeming; opsomming; staat besomming; opsomming
especificación lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje bekend feit; descriptie; gegeven; nadere beschrijving; omschrijving; signalement; specificatie; uitbeelding
estado conditie; gesteldheid; land; natie; positie; rijk; staat; toestand beding; bepaling; beperking; beschikbaarheid; betalingsstatus; conditie; criterium; eis; goedkeuringsstatus; heisa; kriterium; omstandigheden; omstandigheid; online status; situatie; status; toestand; voorwaarde
estado de ánimo gesteldheid; positie; staat; toestand bui; geesteshouding; geestestoestand; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; inborst; instelling; psychische toestand; stemming; temperament
humor gesteldheid; positie; staat; toestand bui; geestesgesteldheid; geestestoestand; geestigheid; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gevoel; gril; humeur; humor; indruk; instelling; instinct; intuïtie; kuur; luim; nuk; psychische toestand; stemming
inventario lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje boedel; boedelbeschrijving; het overzien; huisraad; inboedel; inventaris; inventarisatie; overzicht; voorraad
lista lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; opnoeming; opsomming; overzicht; staat; staatje lijst; tabel; tafel
nación land; natie; rijk; staat mensen; natie; volk
situación conditie; gesteldheid; positie; staat; toestand heisa; ligging; locatie; omstandigheden; omstandigheid; plaatsbepaling; situatie; toestand
- land; rijk; toestand

Verwante woorden van "staat":


Synoniemen voor "staat":


Verwante definities voor "staat":

  1. gebied binnen bepaalde grenzen met eigen regering1
    • dit is een bedrijf van de staat1
  2. overzicht, lijst1
    • op dit staatje kun je zien wat je verdient1
  3. hoe iets of iemand is1
    • het gebouw is in zijn oude staat hersteld1

Wiktionary: staat

staat
noun
  1. een land

Cross Translation:
FromToVia
staat imperio empire — political unit
staat estado state — any sovereign polity
staat estado state — a political division of a federation retaining a degree of autonomy
staat estado state — a condition
staat estado Staat — Gesamtheit der Einrichtungen, die dazu dienen, das Zusammenleben der auf einem abgegrenzten Territorium lebenden Menschen mithilfe von Gesetzgebung, Rechtsprechung und vollziehender Gewalt dauerhaft sicherzustellen
staat estado ZustandArt und Weise, wie etwas zu einem bestimmen Zeitpunkt ist
staat memoria; recuerdo mémoirecapacité à retenir, conserver et rappeler de nombreuses informations antérieures.
staat potencia puissancepouvoir d’imposer son autorité.
staat nación; estado; reino; mando; gobierno règneexercice du pouvoir souverain dans un état monarchique.
staat estado état — Disposition de quelqu’un, de quelque chose

Computer vertaling door derden: