Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sticht (Nederlands) in het Spaans

sticht:

sticht [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het sticht (bisdom)
    el obispado

Vertaal Matrix voor sticht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obispado bisdom; sticht

Verwante woorden van "sticht":


sticht vorm van stichten:

stichten werkwoord (sticht, stichtte, stichtten, gesticht)

  1. stichten (oprichten; instellen; invoeren)
    fundar; establecer; constituir

Conjugations for stichten:

o.t.t.
  1. sticht
  2. sticht
  3. sticht
  4. stichten
  5. stichten
  6. stichten
o.v.t.
  1. stichtte
  2. stichtte
  3. stichtte
  4. stichtten
  5. stichtten
  6. stichtten
v.t.t.
  1. heb gesticht
  2. hebt gesticht
  3. heeft gesticht
  4. hebben gesticht
  5. hebben gesticht
  6. hebben gesticht
v.v.t.
  1. had gesticht
  2. had gesticht
  3. had gesticht
  4. hadden gesticht
  5. hadden gesticht
  6. hadden gesticht
o.t.t.t.
  1. zal stichten
  2. zult stichten
  3. zal stichten
  4. zullen stichten
  5. zullen stichten
  6. zullen stichten
o.v.t.t.
  1. zou stichten
  2. zou stichten
  3. zou stichten
  4. zouden stichten
  5. zouden stichten
  6. zouden stichten
en verder
  1. ben gesticht
  2. bent gesticht
  3. is gesticht
  4. zijn gesticht
  5. zijn gesticht
  6. zijn gesticht
diversen
  1. sticht!
  2. stichtt!
  3. gesticht
  4. stichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stichten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constituir instellen; invoeren; oprichten; stichten inrichten; installeren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen
establecer instellen; invoeren; oprichten; stichten aanstellen; arrangeren; benoemen; bepalen; bouwen; construeren; determineren; iets op touw zetten; initiëren; inrichten; installeren; koloniseren; op gang brengen; oprichten; optrekken; overeindzetten; plaats toekennen; plaatsen; regelen; settelen; vaststellen; vestigen
fundar instellen; invoeren; oprichten; stichten aarden; arrangeren; begronden; bouwen; construeren; funderen; gronden; grondvesten; iets op touw zetten; initiëren; koloniseren; onderbouwen; onderheien; op gang brengen; regelen; settelen; vestigen
- beginnen; oprichten

Verwante woorden van "stichten":


Synoniemen voor "stichten":


Antoniemen van "stichten":


Verwante definities voor "stichten":

  1. het laten ontstaan1
    • we gaan een gezin stichten1

Wiktionary: stichten


Cross Translation:
FromToVia
stichten establecer establish — To form; to set up in business
stichten fundar found — to start organization
stichten atizar; encender entfachengehoben: ein Feuer oder einen Brand entstehen lassen
stichten establecer; fundar etablieren — (transitiv) etwas dauerhaft einrichten, ins Leben rufen
stichten dar lugar a; ocasionar; causar; instigar; maquinar; producir causerêtre cause de ; occasionner, provoquer.
stichten determinar déterminerfixer les limites de, délimiter précisément.
stichten fundar; instituir; motivar fonderasseoir un bâtiment, un édifice sur des fondements.
stichten mediar; dar lugar a; ocasionar; causar; instigar; maquinar; producir; procurar procurerfaire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.