Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stompen (Nederlands) in het Spaans

stompen:

stompen werkwoord (stomp, stompt, stompte, stompten, gestompt)

  1. stompen (rammen; hengsten)

Conjugations for stompen:

o.t.t.
  1. stomp
  2. stompt
  3. stompt
  4. stompen
  5. stompen
  6. stompen
o.v.t.
  1. stompte
  2. stompte
  3. stompte
  4. stompten
  5. stompten
  6. stompten
v.t.t.
  1. heb gestompt
  2. hebt gestompt
  3. heeft gestompt
  4. hebben gestompt
  5. hebben gestompt
  6. hebben gestompt
v.v.t.
  1. had gestompt
  2. had gestompt
  3. had gestompt
  4. hadden gestompt
  5. hadden gestompt
  6. hadden gestompt
o.t.t.t.
  1. zal stompen
  2. zult stompen
  3. zal stompen
  4. zullen stompen
  5. zullen stompen
  6. zullen stompen
o.v.t.t.
  1. zou stompen
  2. zou stompen
  3. zou stompen
  4. zouden stompen
  5. zouden stompen
  6. zouden stompen
en verder
  1. ben gestompt
  2. bent gestompt
  3. is gestompt
  4. zijn gestompt
  5. zijn gestompt
  6. zijn gestompt
diversen
  1. stomp!
  2. stompt!
  3. gestompt
  4. stompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stompen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stompen (beenstompen; armstompen)
    el tocones
    • tocones [el ~] zelfstandig naamwoord

stompen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het stompen (stoten; duwen)
    el tocones; el tronchos
    • tocones [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tronchos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stompen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tocones armstompen; beenstompen; duwen; stompen; stoten
tronchos duwen; stompen; stoten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aporrear hengsten; rammen; stompen aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; beuken; een klap geven; iemand toetakelen; in elkaar timmeren; rammen; slaan; toetakelen
dar puñetazos hengsten; rammen; stompen bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten
dar un puñetazo hengsten; rammen; stompen een opdonder verkopen

Verwante woorden van "stompen":


stomp:

stomp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stomp (stronk)
    el tocón
    • tocón [el ~] zelfstandig naamwoord

stomp bijvoeglijk naamwoord

  1. stomp
    boto; obtuso; embotado; sin punta

Vertaal Matrix voor stomp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tocón stomp; stronk boomstronk; stobbe; stronk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boto stomp
embotado stomp achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos
obtuso stomp
sin punta stomp

Verwante woorden van "stomp":

  • stompheid, stompen, stomper, stompere, stompst, stompste, stompe

Antoniemen van "stomp":


Verwante definities voor "stomp":

  1. kort dik overblijfsel van lang ding1
    • er is nog maar een stompje van het potlood over1
  2. met afgeronde punt1
    • deze kerk heeft een stompe toren1
  3. stoot met je vuist of elleboog1
    • hij gaf mij een stomp met zijn elleboog1

Wiktionary: stomp

stomp
adjective
  1. een pijnlijke stoot met de gebalde vuist

Cross Translation:
FromToVia
stomp romo blunt — Having a thick edge or point, as an instrument
stomp romo dull — lacking the ability to cut easily; not sharp
stomp tocón; cepa; cachito stub — something cut short, blunted, or stunted
stomp obtuso stumpfMathematik: Eigenschaft eines Winkels, der zwischen 90° und 180° groß ist
stomp embotado; obtuso contondant — Qui blesser sans percer ni couper, mais en faisant des contusions, comme un bâton, un marteau, etc.
stomp blando; suave; dulce; embotado; obtuso; apacible doux — Traductions à trier suivant le sens.
stomp muñón moignon — Ce qui rester d’un bras, d’une jambe, d’une cuisse coupée.
stomp embotado; obtuso mousse — (vieilli) Qui est émoussé, qui a perdu son tranchant, en parlant d’une lame.
stomp embotado; obtuso obtus — biologie|fr Qui est arrondir, émousser au lieu d’être anguleux ou pointu.
stomp sordo; embotado; obtuso sourd — Qui est privé du sens de l’ouïe
stomp embotado; obtuso terne — Qui n’a pas l’éclat qu’il doit avoir, ou qui en a peu en comparaison d’une autre chose.

Computer vertaling door derden: