Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tanden krijgen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tanden krijgen (Nederlands) in het Spaans

tanden krijgen:

tanden krijgen werkwoord (krijg tanden, krijgt tanden, kreeg tanden, kregen tanden, tanden gekregen)

  1. tanden krijgen

Conjugations for tanden krijgen:

o.t.t.
  1. krijg tanden
  2. krijgt tanden
  3. krijgt tanden
  4. krijgen tanden
  5. krijgen tanden
  6. krijgen tanden
o.v.t.
  1. kreeg tanden
  2. kreeg tanden
  3. kreeg tanden
  4. kregen tanden
  5. kregen tanden
  6. kregen tanden
v.t.t.
  1. heb tanden gekregen
  2. hebt tanden gekregen
  3. heeft tanden gekregen
  4. hebben tanden gekregen
  5. hebben tanden gekregen
  6. hebben tanden gekregen
v.v.t.
  1. had tanden gekregen
  2. had tanden gekregen
  3. had tanden gekregen
  4. hadden tanden gekregen
  5. hadden tanden gekregen
  6. hadden tanden gekregen
o.t.t.t.
  1. zal tanden krijgen
  2. zult tanden krijgen
  3. zal tanden krijgen
  4. zullen tanden krijgen
  5. zullen tanden krijgen
  6. zullen tanden krijgen
o.v.t.t.
  1. zou tanden krijgen
  2. zou tanden krijgen
  3. zou tanden krijgen
  4. zouden tanden krijgen
  5. zouden tanden krijgen
  6. zouden tanden krijgen
en verder
  1. ben tanden gekregen
  2. bent tanden gekregen
  3. is tanden gekregen
  4. zijn tanden gekregen
  5. zijn tanden gekregen
  6. zijn tanden gekregen
diversen
  1. krijg tanden!
  2. krijgt tanden!
  3. tanden gekregen
  4. tanden krijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tanden krijgen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. tanden krijgen
    la dentición

Vertaal Matrix voor tanden krijgen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dentición tanden krijgen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tener dientes tanden krijgen

Verwante vertalingen van tanden krijgen