Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teerheid (Nederlands) in het Spaans

teerheid:

teerheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de teerheid (broosheid; zwakheid)
    la debilidad; la fragilidad
  2. de teerheid (zwakheid)
    la debilidad; la flaqueza

Vertaal Matrix voor teerheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
debilidad broosheid; teerheid; zwakheid gebrek; geen kracht hebben; gevoeligheid; impotentie; krachteloosheid; kwetsbaarheid; laksheid; machteloosheid; manco; onmacht; onvermogen; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte
flaqueza teerheid; zwakheid dun zijn; flauwheid; ielheid; magerheid; magerte; schraalheid; zonder veel smaak
fragilidad broosheid; teerheid; zwakheid breekbaarheid; broosheid; krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte

Verwante woorden van "teerheid":


Wiktionary: teerheid


Cross Translation:
FromToVia
teerheid ternura tendresse — Qualité de ce qui est tendre.

teer:

teer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de teer (pek)
    el alquitrán; la pez; la brea
    • alquitrán [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pez [la ~] zelfstandig naamwoord
    • brea [la ~] zelfstandig naamwoord

teer bijvoeglijk naamwoord

  1. teer (kwetsbaar; zwak; breekbaar; fragiel; broos)
    frágil; fácilmente desmenuzable; débil; flojo; sensible; vulnerable; ruinoso; quebradizo; crujiente
  2. teer (delicaat; kwetsbaar; teder; )
    delicado; frágil
  3. teer (kwetsbaar)
    frágil; delicado; débil; vulnerable; sensible

Vertaal Matrix voor teer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alquitrán pek; teer
brea pek; teer
pez pek; teer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- zwak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crujiente breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak knappend
delicado breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak angstig voor pijn; benard; benauwd; delicaat; dun; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngebouwd; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; gammel; gracieus; hachelijk; kleinzerig; krakkemikkig; kritiek; lastig; lastige; lichtgebouwd; netelig; onprettig; penibel; precair; rank; sierlijk; slank; slap; subtiel; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; verfijnd; wankel; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
débil breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak arm; armetierig; berooid; bleek; flauw; flauwtjes; flets; gammel; gebrekkig; hulpvragend; hulpzoekend; knullig; krakkemikkig; krukkig; machteloos; onbeholpen; onhandig; onmachtig; pover; schutterig; slap; slapjes; slungelig; steunzoekend; stumperig; stuntelig; sukkelig; verschoten; wankel; wrak; zwak; zwakjes
flojo breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak beroerd; bleek; bleekjes; deplorabel; dun; ellendig; energieloos; flauw; flauwtjes; flets; futloos; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; krakkemikkig; krukkig; lamlendig; landerig; lijzig; log; loom; lusteloos; mager; mals; mat; meelijwekkend; miserabel; niet stevig; onbeholpen; onhandig; pips; schraal; schriel; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verschoten; wankel; wee; week; ziekelijk; zwak
frágil breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak bleekjes; bros; dun; fijn; fijngebouwd; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; krakkemikkig; lichtgebouwd; mager; pips; rank; schraal; schriel; slank; slap; slapjes; tenger; wankel; wee; wrak; ziekelijk; zwak
fácilmente desmenuzable breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak knappend
quebradizo breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak bros; gammel; knappend; krakkemikkig; wankel; zwak
ruinoso breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak bouwvallig; gammel; goddeloos; heilloos; krakkemikkig; krakkemikkige; ruïneus; verderfelijk; verdorven; verpestend; wankel; wrak; zwak
sensible breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; fijngevoelig; fijnzinnig; gammel; gevoelig; hypergevoelig; krakkemikkig; overgevoelig; sensitief; substantieel; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; vatbaar; wankel; weekhartig; zwak
vulnerable breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak

Verwante woorden van "teer":


Synoniemen voor "teer":


Antoniemen van "teer":


Verwante definities voor "teer":

  1. breekbaar, snel stuk of ziek1
    • zij heeft een tere gezondheid1
  2. waar je moeilijk over kunt praten omdat het gevoelig ligt1
    • dat is een teer onderwerp1

Wiktionary: teer

teer
noun
  1. een olieachtige vloeistof met een zeer hoge viscositeit
adjective
  1. broos, breekbaar

Cross Translation:
FromToVia
teer alquitrán Teer — braunschwarze, dicke, fette, klumpige, hässlich schwarze, ölig-klebrige Flüssigkeit von scharfem Geruch, entsteht durch trockenes Erhitzen organischer Stoffe (z.B. Kohle) unter Luftabschluss
teer alquitrán tar — substance
teer alquitrán tar — byproduct of tobacco smoke
teer fino; delicado; exquisito délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié.
teer alquitrán; brea goudron — (term, Histoire des techniques) résine noirâtre pour calfater les navires.