Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. teruglaten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teruglaten (Nederlands) in het Spaans

teruglaten:

teruglaten werkwoord (laat terug, liet terug, lieten terug, teruggelaten)

  1. teruglaten

Conjugations for teruglaten:

o.t.t.
  1. laat terug
  2. laat terug
  3. laat terug
  4. laten terug
  5. laten terug
  6. laten terug
o.v.t.
  1. liet terug
  2. liet terug
  3. liet terug
  4. lieten terug
  5. lieten terug
  6. lieten terug
v.t.t.
  1. heb teruggelaten
  2. hebt teruggelaten
  3. heeft teruggelaten
  4. hebben teruggelaten
  5. hebben teruggelaten
  6. hebben teruggelaten
v.v.t.
  1. had teruggelaten
  2. had teruggelaten
  3. had teruggelaten
  4. hadden teruggelaten
  5. hadden teruggelaten
  6. hadden teruggelaten
o.t.t.t.
  1. zal teruglaten
  2. zult teruglaten
  3. zal teruglaten
  4. zullen teruglaten
  5. zullen teruglaten
  6. zullen teruglaten
o.v.t.t.
  1. zou teruglaten
  2. zou teruglaten
  3. zou teruglaten
  4. zouden teruglaten
  5. zouden teruglaten
  6. zouden teruglaten
en verder
  1. ben teruggelaten
  2. bent teruggelaten
  3. is teruggelaten
  4. zijn teruggelaten
  5. zijn teruggelaten
  6. zijn teruggelaten
diversen
  1. laat terug!
  2. laatt terug!
  3. teruggelaten
  4. teruglatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor teruglaten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dejar volver teruglaten

Computer vertaling door derden: