Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tint:
  2. tinten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tint (Nederlands) in het Spaans

tint:

tint [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tint (kleurschakering; nuance; kleurnuance)
    el tono; la tonalidad
    • tono [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tonalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de tint (kleur; toon; kleurtje)
    el color
    • color [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. de tint
    el matiz
    • matiz [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. de tint
    el tono
    • tono [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tint:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
color kleur; kleurtje; tint; toon
matiz tint gamma; kleurenschaal; kleurenspectrum; ondertoon; tintje
tonalidad kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint tonaliteit; toonaard; toonsoort
tono kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint beltoon; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; muzieknoot; timbre; tonaliteit; toon; toonaard; toonsoort

Verwante woorden van "tint":


Wiktionary: tint


Cross Translation:
FromToVia
tint tez complexion — appearance of the skin on the face
tint matiz; coloración; tono; color hue — color or shade of color, blee; tint; dye
tint color couleur — Caractéristique de la lumière

tinten:

tinten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tinten (kleurtjes)
    el colorcitos; el tientes

tinten werkwoord (tint, tintte, tintten, getint)

  1. tinten (kleuren)
    teñir; colorear

Conjugations for tinten:

o.t.t.
  1. tint
  2. tint
  3. tint
  4. tinten
  5. tinten
  6. tinten
o.v.t.
  1. tintte
  2. tintte
  3. tintte
  4. tintten
  5. tintten
  6. tintten
v.t.t.
  1. heb getint
  2. hebt getint
  3. heeft getint
  4. hebben getint
  5. hebben getint
  6. hebben getint
v.v.t.
  1. had getint
  2. had getint
  3. had getint
  4. hadden getint
  5. hadden getint
  6. hadden getint
o.t.t.t.
  1. zal tinten
  2. zult tinten
  3. zal tinten
  4. zullen tinten
  5. zullen tinten
  6. zullen tinten
o.v.t.t.
  1. zou tinten
  2. zou tinten
  3. zou tinten
  4. zouden tinten
  5. zouden tinten
  6. zouden tinten
en verder
  1. ben getint
  2. bent getint
  3. is getint
  4. zijn getint
  5. zijn getint
  6. zijn getint
diversen
  1. tint!
  2. tintt!
  3. getint
  4. tintend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tinten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colorcitos kleurtjes; tinten
tientes kleurtjes; tinten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colorear kleuren; tinten blozen; gloeien; inkleuren; kleuren; rood worden
teñir kleuren; tinten beschilderen; inkleuren; lakken; schilderen; verven

Verwante woorden van "tinten":


Verwante vertalingen van tint