Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tongen:
  2. tong:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tongen (Nederlands) in het Spaans

tongen:

tongen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tongen
    el lenguados; la lenguas

tongen werkwoord

  1. tongen (tongzoenen)

Vertaal Matrix voor tongen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lenguados tongen
lenguas tongen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dar la lengua tongen; tongzoenen

Verwante woorden van "tongen":


Wiktionary: tongen


Cross Translation:
FromToVia
tongen beso francés French kiss — tongue kiss

tong:

tong [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tong (tongschar)
    el lenguado
  2. de tong (verschuifbare sluiting; grendel; schuif; schoot)
    el cerrojo
    • cerrojo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tong:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cerrojo grendel; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting draaggrendel; grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam; tapbout
lenguado tong; tongschar zeetong

Verwante woorden van "tong":


Wiktionary: tong


Cross Translation:
FromToVia
tong idioma; lengua language — system of communication using words or symbols
tong lenguado sole — fish
tong lengua tongue — organ
tong lenguado SeezungeIchthyologie: ein bis 60 cm langer und bis 4 kg schwerer Plattfisch der Nordsee und des Mittelmeeres
tong lengua ZungeAnatomie: das bewegliche Organ im Mund, mit dem man schmeckt, schleckt, leckt, die Nahrung hin und her schiebt und spricht
tong lengua Zungeübertragen, dichterisch: Sprache
tong lengua langue — Organe musculaire charnu et mobile de la bouche.
tong lenguado común sole commune — zoologie|nocat Espèce de poisson osseux marin, un poisson plat ovoïde, une sole de la Manche, l'Atlantique et la Méditerranée.