Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. toost:
  2. toosten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toost (Nederlands) in het Spaans

toost:

toost [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toost (heildronk)
    la tostada; la bendición; el brindis
  2. de toost (geroosterd brood; toast; toostbrood)
    la tostada; el brindis; el pan tostado; el canapé; la bendición

Vertaal Matrix voor toost:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bendición geroosterd brood; heildronk; toast; toost; toostbrood gezegende toestand; heil; heilwens; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening
brindis geroosterd brood; heildronk; toast; toost; toostbrood geklink; heildronken; toosten
canapé geroosterd brood; toast; toost; toostbrood bank; bedbank; canapé; divan; rustbed; slaapbank; slaapmeubel; zitbank
pan tostado geroosterd brood; toast; toost; toostbrood
tostada geroosterd brood; heildronk; toast; toost; toostbrood

Verwante woorden van "toost":


Wiktionary: toost


Cross Translation:
FromToVia
toost pan tostado; tostada toast — toasted bread
toost brindis toast — salutation

toosten:

toosten werkwoord (toost, toostte, toostten, getoost)

  1. toosten (een toost uitbrengen)

Conjugations for toosten:

o.t.t.
  1. toost
  2. toost
  3. toost
  4. toosten
  5. toosten
  6. toosten
o.v.t.
  1. toostte
  2. toostte
  3. toostte
  4. toostten
  5. toostten
  6. toostten
v.t.t.
  1. heb getoost
  2. hebt getoost
  3. heeft getoost
  4. hebben getoost
  5. hebben getoost
  6. hebben getoost
v.v.t.
  1. had getoost
  2. had getoost
  3. had getoost
  4. hadden getoost
  5. hadden getoost
  6. hadden getoost
o.t.t.t.
  1. zal toosten
  2. zult toosten
  3. zal toosten
  4. zullen toosten
  5. zullen toosten
  6. zullen toosten
o.v.t.t.
  1. zou toosten
  2. zou toosten
  3. zou toosten
  4. zouden toosten
  5. zouden toosten
  6. zouden toosten
en verder
  1. ben getoost
  2. bent getoost
  3. is getoost
  4. zijn getoost
  5. zijn getoost
  6. zijn getoost
diversen
  1. toost!
  2. toost!
  3. getoost
  4. toostend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

toosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de toosten (heildronken)
    el brindis
    • brindis [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toosten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beber a la salud de aanstoten; proosten
brindis heildronken; toosten geklink; geroosterd brood; heildronk; toast; toost; toostbrood
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beber a la salud de een toost uitbrengen; toosten
brindar een toost uitbrengen; toosten fluisteren; heien; klampen; kletteren; lispelen; proosten; rammelen; sissen
brindar por een toost uitbrengen; toosten

Verwante woorden van "toosten":


Wiktionary: toosten

toosten
verb
  1. een heildronk uitbrengen, op iets of iemand drinken

Verwante vertalingen van toost