Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. transactie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor transactie (Nederlands) in het Spaans

transactie:

transactie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de transactie (deal; zaak)
    la transacción; la operación comercial
  2. de transactie
    la transacción

Vertaal Matrix voor transactie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
operación comercial deal; transactie; zaak winkel; winkelzaak; zaak
transacción deal; transactie; zaak casus; feit; gebeurtenis; geval; incident; kwestie; voorval

Verwante woorden van "transactie":

  • transacties

Wiktionary: transactie

transactie
noun
  1. economie|nld het betalen van een geldbedrag voor het verkrijgen van een product of dienst