Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. twee stuks:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor twee stuks (Nederlands) in het Spaans

twee stuks:

twee stuks [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. twee stuks (paar; koppel; tweetal)
    la pareja; el dúo
    • pareja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dúo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor twee stuks:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dúo koppel; paar; twee stuks; tweetal
pareja koppel; paar; twee stuks; tweetal echtgenote; gemalin; koppel; levenspaar; paar; pendant; stel; stelletje

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van twee stuks