Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- uitgesloofd:
- uitsloven:
-
Wiktionary:
- uitsloven → prodigarse
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitgesloofd (Nederlands) in het Spaans
uitgesloofd:
Vertaal Matrix voor uitgesloofd:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| rendido | uitgesloofd | afgesloofd; bekaf; gammel; krakkemikkig; krakkemikkige; oververmoeid; uitgeput; uitgeteld; wankel; zwak |
Verwante woorden van "uitgesloofd":
uitgesloofd vorm van uitsloven:
-
uitsloven
afanarse; esmerarse; verse negro; andar de coronilla; hacer trabajar con exceso-
afanarse werkwoord
-
esmerarse werkwoord
-
verse negro werkwoord
-
andar de coronilla werkwoord
-
hacer trabajar con exceso werkwoord
-
Conjugations for uitsloven:
o.t.t.
- sloof uit
- slooft uit
- slooft uit
- sloven uit
- sloven uit
- sloven uit
o.v.t.
- sloofte uit
- sloofte uit
- sloofte uit
- slooften uit
- slooften uit
- slooften uit
v.t.t.
- heb uitgesloofd
- hebt uitgesloofd
- heeft uitgesloofd
- hebben uitgesloofd
- hebben uitgesloofd
- hebben uitgesloofd
v.v.t.
- had uitgesloofd
- had uitgesloofd
- had uitgesloofd
- hadden uitgesloofd
- hadden uitgesloofd
- hadden uitgesloofd
o.t.t.t.
- zal uitsloven
- zult uitsloven
- zal uitsloven
- zullen uitsloven
- zullen uitsloven
- zullen uitsloven
o.v.t.t.
- zou uitsloven
- zou uitsloven
- zou uitsloven
- zouden uitsloven
- zouden uitsloven
- zouden uitsloven
en verder
- ben uitgesloofd
- bent uitgesloofd
- is uitgesloofd
- zijn uitgesloofd
- zijn uitgesloofd
- zijn uitgesloofd
diversen
- sloof uit!
- slooft uit!
- uitgesloofd
- uitslovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
uitsloven
Vertaal Matrix voor uitsloven:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| afanarse | uitsloven | |
| despepitarse | uitsloven | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| afanarse | uitsloven | aanpoten; afbeulen; afjakkeren; afsloven; flink aanpakken; hard werken; ijveren; ploeteren; sappelen; sloven; streven; zich afsloven; zich uitsloven; zwoegen |
| andar de coronilla | uitsloven | |
| esmerarse | uitsloven | |
| hacer trabajar con exceso | uitsloven | aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven |
| verse negro | uitsloven |
Wiktionary: uitsloven
uitsloven
verb
-
zijn best doen, mogelijk overdreven
- uitsloven → prodigarse