Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitvaller:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitvaller (Nederlands) in het Spaans

uitvaller:

uitvaller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitvaller (achterblijver; achtergeblevene)
    el rezagado; el que ha quedado atrás

Vertaal Matrix voor uitvaller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
que ha quedado atrás achterblijver; achtergeblevene; uitvaller
rezagado achterblijver; achtergeblevene; uitvaller

Verwante woorden van "uitvaller":