Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vakantiegeld:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vakantiegeld (Nederlands) in het Spaans

vakantiegeld:

vakantiegeld [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vakantiegeld
    el plus de vacaciones; la prima de vacaciones

Vertaal Matrix voor vakantiegeld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plus de vacaciones vakantiegeld
prima de vacaciones vakantiegeld vakantietoeslag