Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- vastgoed:
-
Wiktionary:
- vastgoed → inmueble
- vastgoed → bien inmueble, bien raíz
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vastgoed (Nederlands) in het Spaans
vastgoed:
-
het vastgoed (onroerende goederen; onroerende zaken)
-
het vastgoed (onroerend goed)
Vertaal Matrix voor vastgoed:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inmobilario | onroerend goed; vastgoed | |
inmueble | onroerend goed; vastgoed | bouwsel; bouwwerk; gebouw; pand |
inmuebles | onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed | landgoed |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inmueble | immobiel; onbeweeglijk; onroerend |
Wiktionary: vastgoed
vastgoed
Cross Translation:
noun
-
goed dat niet verplaatsbaar is, onroerend goed
- vastgoed → inmueble
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vastgoed | → bien inmueble; bien raíz | ↔ real estate — property that cannot easily be moved |