Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. veger:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor veger (Nederlands) in het Spaans

veger:

veger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de veger (bezem)
    el barrendero; la escoba; el cepillo
  2. de veger (stoffer)
    el cepillo
    • cepillo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor veger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barrendero bezem; veger borstel; haarborstel; straatveger
cepillo bezem; stoffer; veger boender; borstel; haarborstel; offerblok; offerbus; schrobber; schuier
escoba bezem; veger borstel; haarborstel; schoonmaker; schrobber

Verwante woorden van "veger":

  • vegers, vegertje, vegertjes

Wiktionary: veger


Cross Translation:
FromToVia
veger escoba balai — Outil fait d’une nappe souple