Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verbloemd:
  2. verbloemen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbloemd (Nederlands) in het Spaans

verbloemd:

verbloemd bijvoeglijk naamwoord

  1. verbloemd (verhuld; verborgen; verdoezeld; verscholen; verholen)
    disfrazado; encubierto
  2. verbloemd (versluierd; bedekt; verholen; verkapt)
    disfrazado; velado; disimulado; simulado; enmascarado

Vertaal Matrix voor verbloemd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disfrazado bedekt; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verkapt; verscholen; versluierd gekostumeerd; gemaskerd; in vermomming; incognito; verkapt; verkleed; vermomd
disimulado bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd achterbaks; bedekt; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; leep; listig; onderhuids; op steelse wijze; slinks; sluimerend; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verholen; verstolen
encubierto verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen gesluierd; omfloerst
enmascarado bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd gemaskerd; in vermomming; incognito
simulado bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht
velado bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd bedekt; gesluierd; omfloerst; onderliggend; overkapt

verbloemen:

verbloemen werkwoord (verbloem, verbloemt, verbloemde, verbloemden, verbloemd)

  1. verbloemen
    disimular; encubrir

Conjugations for verbloemen:

o.t.t.
  1. verbloem
  2. verbloemt
  3. verbloemt
  4. verbloemen
  5. verbloemen
  6. verbloemen
o.v.t.
  1. verbloemde
  2. verbloemde
  3. verbloemde
  4. verbloemden
  5. verbloemden
  6. verbloemden
v.t.t.
  1. heb verbloemd
  2. hebt verbloemd
  3. heeft verbloemd
  4. hebben verbloemd
  5. hebben verbloemd
  6. hebben verbloemd
v.v.t.
  1. had verbloemd
  2. had verbloemd
  3. had verbloemd
  4. hadden verbloemd
  5. hadden verbloemd
  6. hadden verbloemd
o.t.t.t.
  1. zal verbloemen
  2. zult verbloemen
  3. zal verbloemen
  4. zullen verbloemen
  5. zullen verbloemen
  6. zullen verbloemen
o.v.t.t.
  1. zou verbloemen
  2. zou verbloemen
  3. zou verbloemen
  4. zouden verbloemen
  5. zouden verbloemen
  6. zouden verbloemen
diversen
  1. verbloem!
  2. verbloemt!
  3. verbloemd
  4. verbloemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verbloemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disimular verbloemen achterhouden; achteroverdrukken; beschermen; bescherming bieden; beschutten; gappen; inpikken; jatten; ontveinzen; ontvreemden; pikken; stelen; verbergen; verdonkeremanen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken; wegstoppen
encubrir verbloemen achterhouden; afdekken; afschermen; afschutten; bagatelliseren; bedekken; bemantelen; beschermen; beschutten; camoufleren; gestolen goed verkopen; gezond maken; helen; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; vergoelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verzwijgen