Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verdicht (Nederlands) in het Spaans
verdicht:
-
verdicht (fictief; denkbeeldig; geveinsd; aangenomen; gefingeerd)
Vertaal Matrix voor verdicht:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ficticio | aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht | bedacht; bedrieglijk; belerend; denkbeeldig; fictief; frikkerig; gefingeerd; hypothetisch; illusoir; imaginair; ingebeeld; misleidend; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; verzonnen; zelfgenoegzaam; zelfingenomen |
fingido | aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht | bedacht; bedriegelijk; denkbeeldig; fictief; gedwongen; gefabriceerd; gefingeerd; geforceerd; gehuicheld; geveinsd; huichelachtig; nagemaakt; onecht; onoprecht; onvrijwillig; onwaar; uit de duim gezogen; vals; verplicht; verzonnen |
inventado | aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht | bedacht; denkbeeldig; fictief; gefabriceerd; gefantaseerd; gefingeerd; uit de duim gezogen; verzonnen |
simulado | aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht | bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd |
Verwante woorden van "verdicht":
verdicht vorm van verdichten:
-
verdichten (verzinnen; bedenken; uitdenken; fantaseren; voorwenden)
imaginar; inventar; apretar; pensar; fantasear; planear; idear; estrujar; concentrarse; divagar; comprimir; compendiar; condensarse-
imaginar werkwoord
-
inventar werkwoord
-
apretar werkwoord
-
pensar werkwoord
-
fantasear werkwoord
-
planear werkwoord
-
idear werkwoord
-
estrujar werkwoord
-
concentrarse werkwoord
-
divagar werkwoord
-
comprimir werkwoord
-
compendiar werkwoord
-
condensarse werkwoord
-
Conjugations for verdichten:
o.t.t.
- verdicht
- verdicht
- verdicht
- verdichten
- verdichten
- verdichten
o.v.t.
- verdichtte
- verdichtte
- verdichtte
- verdichtten
- verdichtten
- verdichtten
v.t.t.
- heb verdicht
- hebt verdicht
- heeft verdicht
- hebben verdicht
- hebben verdicht
- hebben verdicht
v.v.t.
- had verdicht
- had verdicht
- had verdicht
- hadden verdicht
- hadden verdicht
- hadden verdicht
o.t.t.t.
- zal verdichten
- zult verdichten
- zal verdichten
- zullen verdichten
- zullen verdichten
- zullen verdichten
o.v.t.t.
- zou verdichten
- zou verdichten
- zou verdichten
- zouden verdichten
- zouden verdichten
- zouden verdichten
diversen
- verdicht!
- verdicht!
- verdicht
- verdichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verdichten:
Wiktionary: verdichten
verdichten
Cross Translation:
verb
-
intr|nld (natuurkunde, nld) (o.a. van dampen en gassen:) dichter worden
- verdichten → concentrar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdichten | → comprimir | ↔ compress — to press together into a smaller space |
• verdichten | → condensar | ↔ condense — to decrease size or volume |
• verdichten | → apretar | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |